![]() |
View this site in English (Naar de Engelse site) |
Home Achtergrond Geschiedenis Demo FAQ Auteurs Links Contact Info |
AchtergrondOnderzoek toont aan dat menselijke beslissers in het algemeen niet de optimale beslissing nemen. Mensen maken gebruik van heuristieken: globale beslisregels die een probleem eenvoudiger voorstellen dan het is. Dergelijke (mogelijk evolutionair ontwikkelde) heuristieken zijn in het gewone dagelijkse leven handig, maar in de psychodiagnostiek (een zeer complex beslissingsproces) leiden ze tot biases en fouten. Enkele veel voorkomende fouten zijn:
Deze lijst is slechts een beperkte greep uit alle fouten die in de besliskundige literatuur worden gerapporteerd. De vraag dient zich aan, hoe het dan wèl zou moeten: hoe moet het psychodiagnostisch beslissingsproces in het ideale geval verlopen, en hoe kunnen we ervoor zorgen, dat de menselijke beslisser dat ideale geval zo dicht mogelijk kan benaderen? Trainingen, met als doel dat mensen zich bewust worden van hun eigen cognitieve biases, zijn in het verleden niet erg effectief gebleken. Wat mogelijk beter helpt, is het aanbieden van procedurele en inhoudelijke ondersteuning. - - - - - - - - - - - - - - - - - - Diagnostische CyclusDe diagnostische cyclus is een vorm van procedurele ondersteuning: een beschrijving van de stappen en substappen die een diagnost moet doorlopen om een complexe hulpvraag van een cliënt gefundeerd te kunnen beantwoorden. De diagnostische cyclus bestaat uit 4 hoofdstappen:
In de klachtanalyse verzamelt de diagnost de klachten en controleert hun betekenis. In de probleemanalyse onderkent de diagnost problemen, controleert de correspondentie van klachten en problemen, groepeert (clustert) problemen, identificeert de problemen en taxeert de ernst ervan. In de diagnosestelling genereert de diagnost diagnostische hypothesen, leidt er empirisch toetsbare voorspellingen uit af, toetst deze voorspellingen en formuleert de diagnostische conclusie. In de indicatiestelling formuleert de diagnost een behandelingsdoel, inventariseert de in aanmerking komende behandelingen, bepaalt het nut van behandelingsalternatieven, onderzoekt de indicatiecriteria voor de in aanmerking komende behandelingen, en formuleert een aanbeveling voor de behandeling. Bij de ontwikkeling van MAD wordt het prescriptieve model van de diagnostische cyclus als kader gebruikt. - - - - - - - - - - - - - - - - - - Meerdere ClassificatiesystemenConcreet bestaat de probleemanalyse uit drie substappen: inventarisatie, classificatie en ernst-taxatie. Het heeft de voorkeur om voor de ordening van de probleemgedragingen gebruik te maken van bestaande classificatiesystemen voor probleemgedrag. Voor het domein van de classificatie van gedragsproblematiek bij kinderen en jeugdigen in de leeftijd van 4-18 jaar zijn hiervoor verschillende systemen beschikbaar. Twee systemen die veel gebruikt worden in jeugdhulpverlening zijn:
Beide systemen bieden categorieën waarmee een diagnost de problematiek van een cliënt kan beschrijven. De systemen verschillen echter in bereik en structuur. Het DSM-systeem pretendeert een beschrijving te geven van alle mentale stoornissen die kunnen voorkomen bij kinderen en volwassenen. Het CBCL classificatiesysteem is gericht op het leeftijdsdomein van 2 tot 18 jaar. Ook de naamgeving en de inhoud van de categorieën verschilt alsmede de werkwijze om ze toe te kennen. Vooralsnog is niet aan te geven welk systeem men in het individuele geval het beste kan gebruiken. Veelal wordt aangeraden om beide systemen naast elkaar te gebruiken en de uitkomsten met elkaar te vergelijken. MAD ondersteunt probleem-inventarisatie, classificatie en ernst-taxatie met zowel het CBCL- als het DSM classificatiesysteem. - - - - - - - - - - - - - - - - - - Meerdere InformantenHet (probleem-)gedrag van een cliënt kan verschillen per situatie. Door gebruik te maken van de observaties van meerdere informanten, die de cliënt in verschillende situaties meemaken, wordt een beter totaalbeeld van (het probleemgedrag van) de cliënt verkregen. Ook de mogelijkheid, dat bepaalde informanten het (probleem-)gedrag niet zien, of het niet als een probleem ervaren, kan door het gebruik van meerdere informanten zichtbaar worden. Het MAD systeem houdt rekening met verschillende informanten: de problematiek kan beschreven worden op basis van informatie van de ouders (CBCL), jongere (YSR), leerkracht (TRF) en hulpverlener (DSM). - - - - - - - - - - - - - - - - - - Toegankelijkheid KennisVeel kennis op het gebied van de psychodiagnostiek in het algemeen, en op het gebied van gedragsproblemen bij kinderen/jongeren in het bijzonder, is ongestructureerd, moeilijk te vinden of te moeilijk te interpreteren. Ook is het vaak niet duidelijk wat de wetenschappelijke waarde, praktische waarde of validiteit van bepaalde informatie is. Zoeken in handboeken of tijdschriftartikelen kost veel tijd, en in de praktijk is tijd schaars. Het MAD online helpsysteem bevat uitgebreide achtergrondinformatie en specifieke diagnostische kennis die op elk moment kan worden geraadpleegd. - - - - - - - - - - - - - - - - - - Home Achtergrond Geschiedenis Demo FAQ Auteurs Links Contact InfoStuur email met vragen of opmerkingen over deze web site
|